kenniscentrum | blogs | wounded healer
De wounded healer
Carl Gustav Jung (1875-1961) gebruikte de term “wounded healer” voor het eerst in 1951 waarbij hij suggereerde dat ziekte eigenlijk de beste opleiding voor een arts is, en dat daarom alleen een gewonde arts effectief kon behandelen.
Jung was een leerling van Sigmund Freud, maar ontwikkelde later zijn eigen benaderingen en concepten, waaronder de dieptepsychologie, individuatie, archetypen en het collectief onbewuste.
Hij beschreef de "wounded healer" als een archetype dat verwijst naar de inherente menselijke neiging en wens om te genezen en te helpen, zelfs – en misschien wel juist – als we zelf gewond zijn.
De paradox van de wounded healer: het vermogen om iedereen te genezen behalve (en ondanks) zichzelf
Chiron
Jung putte daarbij uit de mythe van Chiron. Chiron was een centaur (half mens, half paard) en een wijze, vaardige genezer en leraar. Hij werd per ongeluk verwond door een giftige pijl van Heracles en hoewel hij een begaafde genezer was, kon hij zijn eigen wond niet genezen. Hij leed intense pijn en omdat hij onsterfelijk was kon hij ook niet sterven om van zijn lijden verlost te worden. Ondanks zijn eigen lijden bleef Chiron anderen genezen en onderwijzen en hij illustreert daarmee de paradox van de wounded healer: het vermogen om iedereen te genezen behalve (en ondanks) zichzelf.
Ervaringsdeskundigheid
In de context van ons vak verwijst “wounded healer” naar een coach, therapeut of ervaringsdeskundige die zijn of haar eigen persoonlijke strijd, pijn of trauma heeft ervaren en vanuit deze ervaringen anderen begeleidt.
Deze ervaringsdeskundigheid kan van enorme waarde zijn omdat een wounded healer een diepgaand begrip heeft van de ervaringen en emoties van de cliënt.
Deze dynamiek kan makkelijk tot tegenoverdracht leiden
Maar tegelijk kan deze dynamiek makkelijk tot problemen in de relatie leiden wanneer trauma’s van een cliënt vergelijkbaar zijn en resoneren met die van de coach of therapeut. Of wanneer een coach of therapeut behoeften of gemis, voortvloeiend uit zijn of haar eigen verwonding, in de relatie met de cliënt wil vervullen.
Het is belangrijk voor coaches en therapeuten om
- zich bewust te zijn van hun eigen (grote en kleine) wonden en kwetsbaarheden;
- en regelmatig eigen reacties en emoties in relatie tot de cliënt te onderzoeken;
om zich bewust te kunnen zijn van mogelijke tegenoverdrachtsreacties en deze op een constructieve manier te kunnen hanteren.
Volgens Jung gaat ruim de helft van elke behandeling überhaupt diep doordat de therapeut zichzelf onderzoekt, want:
“alleen wat hij bij zichzelf recht kan zetten, kan hij hopen te herstellen bij de cliënt”.
Tegelijkertijd wordt de “innerlijke genezer” van de cliënt voor de therapeut in het proces beschikbaar gesteld, waardoor een bijzondere onbewuste therapeutische relatie ontstaat: de cliënt wordt niet alleen behandeld door een gewonde therapeut, maar assisteert ook bij diens eigen genezingsproces. De relatie is nu gelijkwaardiger en wederzijds.
De “wounded healer” benadrukt de complexiteit van de therapeutische relatie en het belang van bewustzijn, zelfreflectie, compassie en zelfcompassie in het therapeutisch proces.
De Britse psycholoog David Sedgwick zegt daarover dat veel mensen worstelen met hun eigen innerlijke demonen en emotionele pijn. In plaats van onze wonden te verbergen of te ontkennen, pleit hij voor het omarmen ervan en het belang van radicale zelfliefde als een krachtige bron van heling, zowel voor onszelf als voor anderen.
Een “wounded healer”, zijn we dat in alle eerlijkheid niet allemaal?
In onderstaand filmpje benadrukt Gabor Maté (1944), (verslavings)arts en auteur, de dynamiek van de “wounded healer” treffend in een minuut: