kenniscentrum | blogs | zoals ik hier doe...

Zoals ik hier doe...

Volgens de Zwitserse psychiater Carl Gustav Jung handelen mensen in het algemeen, ongeacht de situatie waarin ze zich bevinden, volgens bepaalde patronen: zoals men in de ene situatie te werk gaat, doet men dat meestal ook in een andere situatie. Dit principe maakt dat we de transfer (de vertaling) kunnen maken van dat wat in de sessie en in contact met het paard wordt ervaren naar de dagelijkse omgeving van de cliënt.


Jung definieerde vier psychologische functies die hij beschouwde als fundamentele elementen van de menselijke geest: denken, voelen, gewaar­wording en intuïtie:

  1. Denken
    Deze functie omvat het proces van logisch redeneren, analyseren en het objectief evalueren van informatie. Personen die sterk vertrouwen op hun denk­functie, baseren hun beslissingen vaak op logica en objectieve gegevens.
  2. Voelen
    Het voelen als psychologische functie verwijst naar het vermogen om emotionele reacties te ervaren en te begrijpen, zowel bij zichzelf als bij anderen. Mensen met een sterke gevoels­functie nemen beslissingen vaak op basis van hun emoties, waarden en empathie voor anderen.
  3. Gewaarwording
    Deze functie houdt verband met het bewust worden van externe stimuli door de zintuigen. Het omvat het waar­nemen van fysieke sensaties, details en concrete feiten. Mensen die sterk afhankelijk zijn van hun waarnemings­functie, zijn vaak erg alert op de fysieke wereld om hen heen.
  4. Intuïtie
    Intuïtie gaat over het verkrijgen van inzichten, ideeën en begrip op een niet-rationele, instinctieve manier. Het is het vermogen om verborgen betekenissen, patronen en mogelijk­heden te herkennen zonder dat dit op expliciete wijze kan worden verklaard. Individuen met sterke intuïtieve functies zijn vaak visionair en kunnen verbanden leggen tussen schijn­baar niet-gerelateerde concepten.

Door zelfontwikkeling kun je ook de minder dominante aspecten van je persoonlijkheid leren kennen en ontwikkelen om een evenwichtiger zelf te bereiken

Deze functies combineerde hij met de twee fundamentele persoonlijk­heids­oriëntaties die de neiging van individuen om energie te richten op hun innerlijke wereld (intro­versie) of op de externe wereld (extra­versie) beschrijven.

  • Introversie
    Energie meer naar de innerlijke wereld richten. Intro­versie wordt geassocieerd met een voor­keur voor reflectie, diepe gedachten, zelf­beschouwing en het vermijden van te veel externe prikkels. Intro­versie betekent niet per se verlegenheid of gebrek aan sociale vaardig­heden, maar eerder een voorkeur voor meer besloten en rustige omgevingen om op te laden en na te denken.
  • Extraversie
    De neiging hebben om energie naar de buiten­wereld te richten. Extraverte mensen voelen zich vaak comfortabel in sociale situaties, zijn energiek, spraakzaam en genieten van inter­actie met anderen. Ze halen vaak energie uit externe stimuli, zoals sociale evenementen, gesprekken en actieve deel­name aan de omgeving om hen heen.


Uit de combinaties van deze functies en oriëntaties volgden acht mogelijke persoonlijk­heids­typen, manieren om informatie te verwerken en te begrijpen.
Jung benadrukte dat mensen weliswaar meestal een dominante functie hebben, maar dat de andere functies – in verschillende mate van ontwikkeling – ook aanwezig zijn. En dat de meeste mensen zowel extraverte als introverte aspecten in hun persoonlijk­heid hebben, maar wel met een voorkeur voor een ervan. Een gezonde psychische ontwikkeling inhoudt dat mensen hun minder dominante aspecten van hun persoonlijkheid kunnen leren kennen en ontwikkelen om een evenwichtiger zelf te bereiken.

Coachsessies met paarden bieden een uniek speel­veld om een andere aan­pak, ander gedrag of een andere instelling ervarings­gericht te onder­zoeken

Volgens Jung handelen mensen in het algemeen ongeacht de situatie waarin ze zich bevinden volgens bepaalde patronen die uit hun persoonlijk­heids­type en voor­keuren voortkomen: zoals men in de ene situatie te werk gaat, doet men dat meestal ook in een andere situatie.

Transfer

Dit principe maakt dat we de transfer kunnen maken van dat wat in de sessie en in contact met het paard wordt ervaren, naar de dagelijkse omgeving van de cliënt. Er zijn ook situaties of factoren die maken dat je juist niet volgens je voorkeurpatronen handelt. Ook (of juist) dat is het onderzoeken waard.
Coachsessies met paarden bieden een uniek speel­veld om ervarings­gericht een andere aan­pak, ander gedrag of een andere instelling te onder­zoeken. De cliënt kan dit in de sessie – samen met het paard – onder­zoeken, ermee experimenteren, oefenen en weer ervaren hoe dat voor hemzelf is en tegelijk ook ervaren wat de invloed ervan op de ander zal zijn. Het paard (de ander) reageert namelijk op deze andere aanpak, laat zien hoe hij die ervaart en wat wel of niet werkt. De bewust­wording en de lessen die de cliënt leert van (het werken met) de paarden kunnen vervolgens worden toegepast op het eigen leven.